
Reden om non-fictie te lezen
Ik lees voornamelijk non-fictie tussen de fictie door om mij af en toe wat meer in een onderwerp te verdiepen. Om meer achtergrondinformatie te verkrijgen en wat dieper op de materie in te gaan. Daarnaast houd ik erg van (het spelen met) de Nederlandse taal en kan dan ook erg genieten van goed geschreven essays en polemische stukken. Vooral dat laatste is iets wat je steeds minder tegenkomt, maar bijvoorbeeld de stukken van Gerrit Komrij daar kan ik erg van genieten. Dus naast het inhoudelijke lees ik ook non-fictie voor de schoonheid van de taal.
Boek 1: Ik bestaat uit twee letters – A.H.J. Dautzenberg
Ik heb nog niet vaak iets gelezen of gehoord van iemand die zo’n eigenheid en onafhankelijkheid uitstraalt. In alles wat hij schrijft merk je dat hij zich niets aantrekt van wat de algemene opinie hiervan zou zijn. Of dat hij rekening houdt met gevoeligheden. Ik vond het erg verfrissend en inspirerend om dit dagboek van zijn 50ste levensjaar te lezen.
“Het is een van de meest fascinerende en inspirerende boeken die ik de afgelopen tijd heb gelezen.”
Eerst maar even een korte beschrijving van het boek: In dit dagboek van zijn 50ste levensjaar onderzoekt Anton Dautzenberg de verhouding met zijn tweelingbroer, duikt hij in het NSB-verleden van zijn grootouders, correspondeert hij met collega-schrijvers én recenseert hij de Donald Duck. Als lezer volg je zijn gedachten, zijn twijfels, zijn kritiek op zijn naasten, zijn liefde voor zijn naasten, zijn liefde voor heavy metal, zijn zelfverwijt, zijn worsteling met de bureaucratische gangen in de (literaire) wereld, zijn rare fratsen. Het is een van de meest fascinerende en inspirerende boeken die ik de afgelopen tijd heb gelezen.
Dit boek moeten anderen ook lezen om te zien hoe onafhankelijk je zou kunnen zijn als mens. Dautzenberg komt over als iemand die extreem onafhankelijk denkt, spreekt en schrijft en dat inspireert erg. Daarnaast, of misschien wel hierdoor, stelt hij zich erg kwetsbaar op en geeft hij in dit dagboek een mooie inkijk in zijn (belevings-)wereld.
Boek 2: Zo hadden we het niet bedoeld – Jesse Frederik
Mijn grootste inzicht is dat ook bij de overheid eigenlijk niemand het totale overzicht heeft. En dat het dus kan gebeuren dat er maatregelen worden getroffen die op een klein deelgebiedje heel effectief lijken te zijn, maar ergens anders voor desastreuze gevolgen kan leiden.
Dit boek leert je dat je vier stappen verder moet denken als je voor bepaalde maatregelen of wetten pleit. Vaak lijken initiatieven voor nieuwe wet- en regelgeving logisch en urgent, maar als je verder doorredeneert kom je soms uit bij zeer kwalijke gevolgen.
Dit boek zou iedereen moeten lezen om er bewust van te worden om niet altijd de onderbuik te laten regeren. Vaak klinken bepaalde zaken, in dit geval bijvoorbeeld de ‘Bulgarenfraude’, als iets groots en als iets dat keihard zou moeten worden aangepakt. Als je er feitelijk naar kijkt blijkt het -in verhouding- een hele kleine zaak te zijn. Toch worden er zeer zware maatregelen op getroffen en die resulteren dan uiteindelijk in de toeslagenaffaire met veel groter leed dan de oorspronkelijke ‘Bulgarenfraude’.
Daarnaast ben ik door dit boek ook wel anders gaan kijken naar de verhoudingen tussen parlementariërs en de Haagse journalisten. Er zit daar een bepaalde afhankelijkheid van elkaar die niet erg gezond lijkt.
Boek 3: Revue Lanoye – Tom Lanoye
Het mooiste aan dit boek is het schitterende taalgebruik van Tom Lanoye. Het is mijn favoriete schrijver van fictie, vanwege dezelfde reden; de taal. De manier waarop hij maatschappelijke thema’s aansnijdt in dit boek zijn weergaloos. De taal is flamboyant, extravagant, grotesk en zeker in deze polemische stukken komt die taal helemaal tot haar recht. Lange, uitweidende zinnen met hier en daar een typisch Vlaamse uitdrukking. Ik houd ervan!
Anderen zouden dit boek zeker moeten lezen om kennis te maken met het fenomeen Tom Lanoye! Je kunt met dit boek lachen, je geest wordt geprikkeld, bij vlagen is het ontroerend. Wat mij betreft zit er heel veel in.